Zabriz is een kolonie van Trigië die meer dan tweeduizend mijl van Trigopolis in een bergachtige omgeving ligt. De kolonie wordt geleid door gouverneur Avaran en zijn commandant Laudis. Zabriz heeft een klein leger, maar het is erg goed getraind. Zabriz is rijk aan delfstoffen, die ze aan Trigië verkopen, maar de raad van Zabriz vindt Trigo een uitbuiter omdat ze de delfstoffen voor een veel te lage prijs aan Trigië verkopen. Avaran, die de raad van Zabriz voorzit, vertelt dat hij van het Zabrizische volk is gaan houden en dat hij de macht van Trigo over wil nemen. Ze sturen een uitnodiging naar Trigo voor een staatsbezoek. Trigo neemt zijn vrouw Ursa mee en Janno gaat mee als lijfwacht. Vlak na de aankomst van Trigo in Zabriz wordt zijn vrouw ontvoerd. Zij wordt in een kooi aan een stalen bergwand gehangen. Avaran brengt Trigo naar de bergwand en vertelt hem dat hij zijn bevelen moet opvolgen, want anders zal hij Ursa doden. Janno, die achtergebleven is in het luchtschip, ziet Ursa in de kooi en gaat met zijn mannen erop af. Maar de Zabriziërs nemen het luchtschip in bezit en vallen Janno en zijn mannen aan. Omdat ze gedood dreigen te worden, geeft Trigo zich totaal over. Trigo wordt in een cel gezet en ontdekt dat de inwoners van Zabriz vinden dat hij hen uitgebuit heeft, maar Trigo snapt dat niet want ze betalen altijd goed voor de delfstoffen. Hij concludeert dat Avaran en Laudis een deel van het geld in eigen zak gestoken hebben. Avaran haalt Trigo bij zich en vertelt hem dat zij naar Trigopolis gaan om een Trigsche vloot transportschepen te halen. Daarna zullen ze een leger met de transportschepen weer naar Trigopolis brengen om de stad in bezit te nemen. Janno en zijn Trigische commandant zijn gevangen gezet in de mijnen. Eén van de Zabrizische gevangenen helpt hen echter te ontsnappen: ze blazen een wand in de mijn op en ontsnappen in de ondergrondse gangen van een berg. De bewakers komen achter hen aan, maar met explosieven weten ze die kwijt te raken. Trigo en Avaran komen in Trigopolis. Trigo beveelt Brag een vloot transportschepen samen te stellen. Perik en Brag voelen dat er iets mis is, maar doen wat Trigo vraagt. Janno en zijn commandant Volo komen samen met de ontsnapte Zabriziërs, onder leiding van Kartak, bij een deur in een verlaten mijngang. Als ze de deur openen, overmeesteren ze daar de wachten en ze ontdekken dat ze in een kamer zijn waar de kooi met Ursa hangt. Ze bevrijden Ursa en vervangen haar door een pop gemaakt van stro. Janno en de anderen gaan de stad in en ontdekken de schat van Avaran. Ze beseffen dat ze de schat aan de inwoners van Zabriz moeten laten zien om van Avaran en Laudis af te komen. Janno begeeft zich in de stad en de mensen herkennen hem. Hij wordt gevangen genomen, maar schreeuwt tegen het volk dat Avaran een bedrieger is. Het volk vraagt of hij dat kan bewijzen. Er vindt op dat moment een explosie plaats, waardoor al het goud dat zij eerder gevonden hadden over het volk stroomt. Het volk gelooft Janno en Avaran wordt gevangen genomen. De raad van Zabriz begrijpt dat ze bedrogen is en luistert naar Janno. Als Laudis met de Trigische vloot terug komt, stapt hij trots uit zijn vliegtuig, maar hij wordt direct gevangen genomen door Janno en de lijfwachten. Janno vertelt Trigo wat er gebeurd is en Trigo ziet zijn vrouw weer.