Willie Wortel maakt zich boos dat de kraaien in zijn tuin alle aardbeien opeten ondanks dat er een vogelverschrikker staat. Lampje leest een boek over het leven van Thor, de god van de donder. De kraaien staan onder leiding van Zwartkijker, de gemeenste en slimste kraai van Duckstad. Willie bedenkt een beweegbare vogelverschrikker die op stroom loopt om Zwartkijker weg te jagen, maar als de vogelverschrikker aanstaat trekt Zwartkijker de stekker uit het stopcontact waardoor de vogelverschrikker stopt met bewegen. Als Willie gaat kijken wat er aan de hand is doet de kraai de stekker weer in het stopcontact waardoor de vogelverschrikker weer gaat bewegen. Hierdoor krijgt Willie veel klappen van de bewegende armen van de vogelverschrikker. Willie loopt boos zijn huis in, vast van plan om een vogelverschrikker uit te vinden waar Zwartkijker niet tegenop kan. De kraaien eten verder van de aardbeien en Lampje probeert hen weg te jagen. Maar de kraai is te sterk en bekogelt Lampje. Lampje vlucht het huis in en leest in zijn boek. Hij komt weer naar buiten met een helm op en een strijdwagen. Hij spant twee duiven voor zijn strijdwagen, vliegt weg en slaat de kraaien met een miniatuurhamer. Hij jaagt de kraaien weg en vliegt in zijn strijdwagen achter hen aan. Willie komt weer naar buiten met zijn supervogelverschrikker maar ziet geen kraaien meer. Hij vindt het maar vreemd en zou bijna vermoeden dat iemand de kraaien weggejaagd heeft. Lampje landt met zijn strijdwagen weer in de tuin.
