Oom Dagobert is samen met Donald en Kwik, Kwek en Kwak op weg naar Taboe-eiland omdat Oom Dagobert daar parels wil zoeken. Niemand durft naar Taboe-eiland te gaan omdat de vulkaan op het eiland twee keer per dag als het vloed is uitbarst. Kwik, Kwek en Kwak zijn droevig dat ze daar alleen zullen zijn want het is binnenkort Kerstmis en ze zullen de gezelligheid en de versieringen missen. Het eiland is omgeven door een rif en omdat het vloed is, kunnen ze er met hun boot op een golf overheen. Oom Dagobert vraagt de spullen op de boot goed vast te binden. Kwik, Kwek en Kwak binden een grote kist vast en vragen wat daar in zit en Oom Dagobert antwoordt dat het niets bijzonders is. Binnen het rif begint Oom Dagobert gelijk oesters te zoeken. Ze hoeven van hem de boot niet vast te binden want die kan door het rif toch nergens heen drijven. In de oesters zitten prachtige grote zwarte parels. Ze merken echter dat hun boot snel naar de oever drijft. De stroming trekt de boot een grot in en ze kunnen nog net op tijd de boot verlaten. De boot verdwijnt onderwater en komt vast te zitten in de grot maar de boot sluit de grot af en het water stopt met stromen. Ze beseffen dat ze alleen op het eiland zitten en niet gered zullen worden. Oom Dagobert is bedroefd dat hij zijn geld nooit meer zal zien. Kwik, Kwek en Kwak vinden dat hij zich niet aan moet stellen want zij zullen nooit meer kerstbomen of sneeuw zien. Ze besluiten niet bij de pakken neer te zitten en van palmbomen een huis te bouwen. Als het weer eb is kunnen ze de grot in lopen en zien ze dat de boot niet erg beschadigd is. Ze proberen hem los te trekken maar dat lukt niet. Ze halen de belangrijkste spullen uit de boot maar de radio is stuk. Het valt Donald en Kwik, Kwek en Kwak op dat de vulkaan niet meer uitbarst. Ze denken dat er een verband is met het feit dat hun boot vastzit in de grot en gaan op onderzoek uit. Oom Dagobert zoekt intussen parels op het strand. Door de deuren van de kajuit van de boot gaan Donald en zijn neefjes dieper de grot in en komen uit bij het hart van de vulkaan. Ze beseffen dat als het normaliter vloed wordt de vulkaan volloopt met water hetgeen een enorme hoeveelheid rook boven de vulkaan veroorzaakt. Ze gaan terug naar hun zelfgebouwde huis en brengen ook de grote kist van Oom Dagobert naar het strand. Kwik, Kwek en Kwak maken van palmbladeren een kerstboom. Kwak leest het woudlopershandboek en krijgt een idee om van het eiland af te komen. Ze gaan naar de krater van de vulkaan en blokkeren deze met een groot rotsblok. Ze willen weer water in de vulkaan laten lopen. Als de krater afgesloten is zal de druk zo hoog oplopen dat hun boot teruggeblazen zal worden. Ze zetten de deuren van de kajuit open en binden ze voorlopig vast. Ze stutten de muren van de kajuit en wachten op de vloed. Ze binden een touw aan de deur zodat ze die op afstand dicht kunnen doen. Oom Dagobert brengt zijn kist in veiligheid. Als er genoeg water in de vulkaan gestroomd is trekt Donald de kajuitdeur dicht en de druk wordt enorm. De boot schiet uit de grot en Donald vangt hem met een touw op. Maar de stoom wil ook uit andere tunnels ontsnappen en de vulkaan knalt uit elkaar. Er komen bergen oesters op het strand waardoor Oom Dagobert de parels voor het oprapen heeft. Er komt veel as naar beneden waardoor het lijkt alsof het sneeuwt en de kerstboom wordt wit. Oom Dagobert loopt snel naar zijn grote kist en laat zien wat erin zit. De kist zit vol met kerstversiering die ze in de boom hangen en er zijn cadeautjes die ze onder de boom leggen. Ze kunnen verlaten in de stille oceaan toch een echt kerstfeest vieren.